Pssst collega,

Heb je de nieuwe PBL vlag al gezien? 😏

From Holland with love
De knert

De knert

In de schemerige gangen van kazernes en bunkers, waar alleen het zachte gebrom van wachters in de nacht nog hoorbaar was, fluisterden de militairen over een mystiek wezen dat hen teisteren zou: de Knert. Niemand wist precies wat hij was of waar hij vandaan kwam, maar iedereen binnen defensie kende zijn naam en huiverde bij het idee van een nachtelijke ontmoeting.

De Knert was geen gewoon konijn. Hij had het lichaam van een klein, grijs konijn, maar boven op zijn kop prijkte een gewei van donkere, glanzende takken die leken te gloeien in het maanlicht. Zijn ogen, diep en mysterieus, straalden een mengeling van ondeugendheid en oude, verborgen kennis uit. Volgens de verhalen was hij de beschermer van oude militaire geheimen en technologieën, een schaduwfiguur die de rust van militairen verstoorde wanneer zij te veel over dingen nadachten die ze niet zouden moeten weten.

Iedere avond, wanneer de laatste soldaat zijn ogen sloot en de basis tot rust kwam, sloop de Knert uit de schaduwen. Hij had een bijzondere gave: hij kon de dromen van militairen beïnvloeden. De Paxen, die vaak lange en zware dagen achter de rug hadden, werden 's nachts geteisterd door bizarre en verwarrende dromen waarin de Knert de hoofdrol speelde. Hij kon wapens doen verdwijnen in hun slaap, bivaktenten laten dansen, en de standaarduitrusting transformeren tot complete chaos.

Sergeant van Velzen, een man die nooit geloofde in fabels en altijd op de feiten bleef, had de verhalen over de Knert afgedaan als soldatenbabbel. Totdat het hem op een nacht overkwam.

Het begon met een vreemde krabbel aan de rand van zijn slaapzak. Slaperig deed hij het af als een muis of een loshangende rits, maar toen hij zijn ogen opende, stond hij daar: de Knert. Het wezen was klein, maar met zijn imposante gewei leek hij machtig en dreigend. Zijn rode ogen keken de sergeant uitdagend aan, alsof hij een spelletje speelde waar alleen hij de regels van kende.

“Wat moet je?” fluisterde van Velzen met een droge keel. Maar in plaats van te antwoorden, liet de Knert een hoopje modder achter op de kist met munitie naast zijn bed. Toen verdween hij weer in de schaduwen, zo snel dat de sergeant niet eens zeker wist of hij het zich had verbeeld.

De volgende ochtend was het de standaard Paxen-babbel: "De Knert was weer bezig vannacht," hoorde je overal in de kantine. Van Velzen zweeg echter. Hij zou dit nooit toegeven, maar het modderige spoor dat hij die ochtend op zijn kist had gevonden, vertelde hem genoeg. Vanaf dat moment was hij voorzichtiger met welke geheimen hij onder zijn kussen bewaarde.

Elke nacht opnieuw dwaalde de Knert door de gangen, het bos, en de voertuighallen, lachend om de verwarring die hij zaaide. Hij was de ongrijpbare hoeder van de defensiemysteries, en hoewel niemand hem echt kon vangen of zelfs begrijpen, werd er maar één ding zeker: wanneer je in het holst van de nacht een zachte tik tegen je helm hoorde, of een schaduw zag bewegen in de hoek van je oog, wist je dat de Knert weer op jacht was.